Proefexamen vaarbewijs 1

De bestuurder van een boot heeft iets gedronken, maar voelt zich niet lekker. Bij een controle blijkt dat het alcoholpromillage minder is dan 0,5. Is dit strafbaar? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja
Nee
Je hebt een aanvaring op het water gehad met zichtbare schade. De boot is niet lek. Wie informeert je, of wat doe je nu volgens het Wetboek van Koophandel?
Gegevens uitwisselen en de beheerder van het vaarwater informeren.
Gegevens uitwisselen.
De waterpolitie informeren.
Mag je met Klein Vaarbewijs I met een vaarbewijsplichtig schip op de volgende wateren varen: Waddenzee, IJsselmeer, Maas, Gelderse IJssel, Westerschelde, Amsterdam-Rijnkanaal?
Ja.
Niet op alle genoemde wateren, maar wel op het IJsselmeer, Maas en Gelderse IJssel.
Niet op alle genoemde wateren, maar wel op de Maas, Gelderse IJssel en het Amsterdam-Rijnkanaal.
Mag iemand van 16 jaar een kajuitzeilboot van 7 meter sturen volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja
Nee
Waar is het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) van kracht?
In de haven van Scheveningen.
Op het Pannerdensch Kanaal.
Op de Eems en Dollard.
Op de Neder-Rijn.
’s Nachts zie je deze lichten. Je ziet het zijaanzicht van een:
vissend vissersschip (stuurboord zijaanzicht).
vissend vissersschip (bakboord zijaanzicht).
vrij varende veerpont (bakboord zijaanzicht).
vrij varende veerpont (stuurboord zijaanzicht).
Een schip dat tegelijkertijd door middel van zijn zeilen en een motor wordt voortbewogen moet volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) overdag op de best zichtbare plaats voeren een:
blauwe kegel met de punt naar beneden.
zwarte bol.
zwarte kegel met de punt naar beneden.
zwarte kegel met de punt naar boven.
Wat wil het geluidssein van vier korte stoten zeggen:
ik sla achteruit.
ik kan niet manoeuvreren.
verzoek tot het openen van een beweegbare brug of sluis.
er dreigt gevaar voor aanvaring.
Een klein schip dat tijdens slecht zicht de vaart voortzet op een vaarweg die niet genoemd wordt in Bijlage 9 van het BPR en dat is uitgerust met een marifoon moet:
uitluisteren op het voorgeschreven marifoonkanaal en het moet aan andere schepen de nodige inlichtingen verstrekken ter verzekering van de veiligheid van de scheepvaart.
uitluisteren, maar het mag niet deelnemen aan het nautisch veiligheidsverkeer op de marifoon.
afhankelijk van de drukte van de scheepvaart uitluisteren en het mag inlichtingen verstrekken die verband houden met de veiligheid van de scheepvaart.
men zich op het aangegeven marifoonkanaal melden.
Moet volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) een groot motorschip dat een ander groot motorschip met een lichtblauw bord tegemoet vaart, zelf ook het lichtblauwe bord met wit flikkerlicht tonen om aan te geven dat het voorbijvaren stuurboord op stuurboord zal gebeuren? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja
Nee
Klein zeilschip Nel en een klein motorschip Lot naderen elkaar met kruisende koersen. Lot houdt stuurboordwal. Wat moet er volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) bij gevaar voor aanvaring gebeuren?
Klein zeilschip Nel moet voorrang verlenen.
Klein motorschip Lot moet voorrang verlenen.
Er moet worden gehandeld alsof er geen aanvaring mogelijk is.
Dit is niet geregeld in het BPR.
Bij een brug of een aan beide zijden openstaande sluis, waar geen stroom staat, worden twee groene lichten getoond. Dit betekent volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR):
deze brug of openstaande sluis is onbewaakt en u mag daar niet doorheen.
de lichten aan de andere kant zijn twee rode lichten boven elkaar.
deze brug of openstaande sluis is onbewaakt en wordt automatisch bediend.
het doorvaren is in beide richtingen toegestaan.
Wat zijn de dagtekens van schepen die bepaalde gevaarlijke stoffen vervoeren volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?
Gele kegels.
Blauwe kegels.
Rode kegels.
Zwarte kegels.
Je vaart met uw motorjacht Arend (12 meter lang) en komt als eerste aan bij sluis Andel. Vlak na je komt motorjacht Reinoud (18 meter), vervolgens passagiersschip De Lek (25 meter) en als laatste komt motorschip Arno (22 meter). Wat is de volgorde van binnenvaren volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?
Eerst De Lek, dan Arno, vervolgens Arend en als laatste Reinoud.
Eerst Arno, dan Arend, vervolgens De Lek en als laatste Reinoud.
Eerst De Lek, dan Arend, vervolgens Reinoud en als laatste Arno.
Eerst Arend, dan Reinoud, vervolgens Arno en als laatste De Lek.
Je wilt met je klein schip overnachten op het remmingwerk (hekwerk) bij een sluis. Mag je overnachten bij een sluis die 24 uur per dag wordt bediend volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?
Dit mag, alleen als je toestemming hebt van de sluiswachter.
Nee dit mag niet, de sluiswachter mag je hier geen toestemming voor geven.
Ja, dit mag altijd.
Zijn in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) een heklicht, toplicht en boordlichten toegestaan voor alle kleine motorschepen?
Dit mag, maar is in het RPR niet verplicht als de boot onder de 7 meter is.
Dit mag, maar alleen in deze combinatie voor een snelle motorboot boven de 7 meter in het RPR.
In het RPR is dit niet verplicht, in het BPR wel onder de 7 meter.
In het RPR is onder andere deze combinatie verplicht voor elke kleine motorboot.
Wat is er bepaald over een registratiebewijs voor een snelle motorboot in het Nederlandse Rijnvaartpolitiereglement gebied?
In het Binnenvaartpolitiereglement wordt voor het Nederlandse Rijnvaartpolitiereglement gebied een registratiebewijs voorgeschreven.
In het Rijnvaartpolitiereglement wordt een registratiebewijs niet voorgeschreven en is daarom niet nodig.
In het Rijnvaartpolitiereglement wordt een registratiebewijs voorgeschreven dat is afgegeven door de Rijnvaartcommissie.
Hoe kan worden voorkomen dat condens in de brandstoftank komt?
Door de tank altijd zo vol mogelijk te hebben.
Door de tank halfvol te hebben.
Door zo weinig mogelijk brandstof in de tank te hebben.
Bij een vetgesmeerde schroefas laat de binnengland te veel (meer dan druppelsgewijs) water door. Welke maatregel(en) moet je als eerste nemen?
Je draait de pakkingdrukker van de binnengland vaster.
Je draait de pakkingdrukker van de binnengland losser.
Je spuit meer vet in de schroefaskoker.
Welk soort lagers heeft een watergesmeerde schroefaskoker?
Bronzen lagers.
Stalen rollagers.
Koperen lagers.
Kunststof lagers.
Een aantal isobaren staan dicht bij elkaar op de weerkaart. Wat kun je daar verwachten?
Krimpende wind.
Zachte wind.
Harde wind.
Ruimende wind.
Wat klopt ten aanzien van deze twee verkeerstekens voor een snelle motorboot?
Een snelle motorboot mag voorbij beide borden varen. Maar voorbij bord 1 mag niet sneller dan 20 km per uur ten opzichte van het water gevaren worden.
Een snelle motorboot mag niet voorbij beide borden varen.
Een snelle motorboot mag nooit voorbij bord 1, maar wel voorbij bord 2 en daar sneller dan 20 km per uur ten opzichte van het water varen.
Bij dit teken mag met een snelle motorboot snel gevaren worden. Mag hier ook een waterskiër worden voortgetrokken? Antwoord met 'Ja' of 'Nee'.
Ja.
Nee.
Een klein motorschip is tijdens een tochtje met het voorschip vastgevaren op een zandbank. Hoe kan het schip weer loskomen?
Volle kracht vooruit, roer in het midden en dan langzaam achteruit.
Volle kracht achteruit, roer in het midden, dan weer volle kracht vooruit, roer dan weer bakboord en dan weer stuurboord.
Langzaam achteruit met het roer dan weer bakboord en dan weer stuurboord, daarna héél even langzaam vooruit en weer achteruit.
Of een combinatie van de drie vorige mogelijkheden.
Bij het aankomen en meren aan een kade met wind van voren zijn twee manieren afgebeeld. Op manier 1 op de achtertros, vooruitvarend met het roerblad recht in het midden. Het heeft een rechtse schroef. Op manier 2 op de achterspring, achteruitvarend. Het heeft een rechtse schroef. Beoordeel of elk van de twee manieren goed uitvoerbaar is. Antwoord met 'Ja' of 'Nee'.
Ja, beide manieren zijn goed uitvoerbaar.
Nee, beide manieren zijn niet goed uitvoerbaar.
Hierbij twee manieren om af te meren met harde wind van voren. Manier 1 op de voorspring. In de vooruit de voorspring vastvaren met stuurboord roer. Manier 2 op de achterspring en achteruitslaan. Welke manier is goed uitvoerbaar?
Geen van beide manieren.
Beide manieren.
Alleen manier 1.
Alleen manier 2.
Je wil met behulp van de boegschroef vertrekken van lagerwal. Zie het plaatje waarin het schroefwater van de voortstuwingsmotor en van de boegschroef is getekend. Hoe doet je dit?
Zoals A op het plaatje.
Zoals B op het plaatje.
Zoals C op het plaatje.
Zoals D op het plaatje.
Je wil met een motorboot, die is voorzien van een rechtse schroef, afmeren aan hogerwal. Aan de kant staat iemand die je wil helpen. Wat is de beste manier om in deze situatie af te meren?
Je geeft de achterspring en laat die via de bolder op de kant ter hoogte van midscheeps, dan weer terug op de achterste bolder op het schip beleggen. Daarna de motor in de achteruit.
Je geeft de voorspring en laat die via de bolder op de kant ter hoogte van midscheeps, dan weer op de voorste bolder op het schip beleggen. Daarna bakboord roer en zachtjes in de vooruit.
Je geeft de achtertros en laat die via de achterste bolder aan de kant, dan weer op de achterste bolder op het schip beleggen. Daarna de motor zachtjes in de vooruit.
Je geeft de voortros en laat die via de voorste bolder op de kant, dan weer terug aan boord beleggen. Daarna de motor in de achteruit.U geeft de voortros en laat die via de voorste bolder op de kant, dan weer terug aan boord beleggen. Daarna de motor in de
Je ligt met je motorboot vooraan in een sluis. Je wordt omhooggeschut. Tijdens het vollopen van de sluis kun je de trossen niet meer vasthouden. Door de kracht van het ingelaten water wordt het voorschip naar het midden van de sluis geduwd. De boot komt dwars in de sluis te liggen. Je ziet geen betere oplossing dan de motor aan te zetten en de boot zo weer aan de kant te manoeuvreren. Mag je de schroef in werking zetten om de boot weer recht te leggen?
Nee, het is verboden om tijdens het schutten de schroef in werking te zetten, ongeacht welke regel.
Ja, de schroef mag tijdens het schutten altijd in werking gezet worden.
Ja, als er geen andere oplossing is dan mag de schroef in werking gezet worden.
Je wilt afmeren. Zoals manier A op de voortros met bakboord roer en de schroef op achteruit. Zoals manier B op de achterspring met roer midscheeps en de schroef op achteruit. Kies de juiste mogelijkheid.
Alleen manier 1 op het plaatje.
Alleen manier 2 op het plaatje.
1 en 2 zijn beide mogelijk.
1 en 2 zijn beide onmogelijk.
Je ligt met uw motorboot in een sluis en wordt 6 meter naar beneden geschut. Voor je ligt een vrachtschip. Je weet dat deze straks na het schutten bij het uitvaren stuwwater veroorzaakt. Achter je ligt een motorboot. Elke meter lager is op de sluismuur een bolder aanwezig. Kun je aangeven hoe je de trossen behandelt vanaf het moment van schutten totdat je wegvaart?
Tijdens het schutten laat je de trossen vieren en verhaalt telkens de trossen over de lager gelegen bolder.
Tijdens het schutten laat je de trossen 6 meter vieren en maakt deze pas weer los op het moment dat je veilig kunt wegvaren.
Op het moment dat het water begint te zakken gooi je de trossen los en als het water niet meer zakt vaar je weg.
Tijdens het schutten zorg je ervoor dat de voortros met de hand wordt gevierd en dat de achtertros belegd wordt.
Een motorboot is voorzien van een boegschroef. De schroef van de voortstuwingsmotor staat stil Wat gebeurt met het achterschip als de boegschroef op stuurboord wordt gezet?
Het achterschip gaat een beetje naar stuurboord.
Het achterschip gaat een beetje naar bakboord.
Er gebeurt niets met het achterschip.
Een klein schip vaart te snel en te dicht langs zijn stuurboordwal. Op een gegeven moment ontstaat sterke zuiging. Als de schipper niet ingrijpt zal het schip de oever raken. Op welk manier zuigt het schip naar de oever?
Zoals bij A.
Zoals bij B.
Zoals bij C.
Is er een marifoonplicht op de Lek?
Nee.
Alleen voor grote schepen.
Ja voor alle motorschepen.
Ja voor alle motorschepen en alle zeilschepen.
Moet een klein schip op alle wateren van het Binnenvaartpolitiereglement de stuurboordzijde houden? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja.
Nee.
Je vaart in het donker op een rivier en weet dat na de volgende bocht een pont kan oversteken. Na de bocht zie je de pont varen met de volgende lichten: groen boven wit en een groen boordlicht. Wat betekent dit?
De niet vrijvarende veerpont vaart van de stuurboordzijde van het vaarwater naar de bakboordzijde van het vaarwater.
De vrijvarende veerpont vaart van de bakboordzijde van het vaarwater naar de stuurboordzijde van het vaarwater.
De vrijvarende veerpont vaart van de stuurboordzijde van het vaarwater naar de bakboordzijde van het vaarwater.
De niet vrijvarende veerpont vaart van de bakboordzijde van het vaarwater naar de stuurboordzijde van het vaarwater.
Op een smal vaarwater varen kleine zeilschepen Anne, Job en klein motorschip Kees. Wie mag eerst volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?
Eerst mag Anne, dan Job en daarna Kees.
Eerst mag Job, omdat deze over bakboordboeg zeilt.
Eerst mag Kees, dan Job en daarna Anne.
Je wilt onder de hefbrug, maar je bent te hoog (zie A). Bij B gaat de brug omhoog. Mag je nu doorvaren?
Nee, omdat rood-groen brandt.
Ja, zodra de brug helemaal omhoog is.
Ja, als de brug hoog genoeg is. Je kunt tegenliggers treffen.
Ja, als de brug hoog genoeg is. Je treft geen tegenliggers.
Het toplicht is op dezelfde hoogte als de boordlichten. Mag een klein open motorschip met een lengte van minder dan 7 meter waarvan de hoogst bereikbare snelheid niet meer is dan 13 km per uur deze verlichting voeren volgens het Rijnvaartpolitiereglement (RPR)? Antwoord met 'JA' of 'NEE'.
Ja.
Nee.
Je wilt op een ruim vaarwater met een breedte van 1 km van oost naar west varen. De eindbestemming bevindt zich één uur varen ten westen van je. Wanneer kun je volgens dit weerbericht het beste vertrekken en welke zijde van het vaarwater moet je aanhouden?
Om 10:00 uur en zo veel mogelijk de zuidelijke oever aanhouden.
Om 11:00 uur in het midden van het vaarwater.
Om 12:00 uur en zo veel mogelijk de noordelijke oever aanhouden.
Om 13:00 uur en zo veel mogelijk de zuidelijke oever aanhouden.
0
{"name":"Proefexamen vaarbewijs 1", "url":"https://www.quiz-maker.com/QGIT6556E","txt":"De bestuurder van een boot heeft iets gedronken, maar voelt zich niet lekker. Bij een controle blijkt dat het alcoholpromillage minder is dan 0,5. Is dit strafbaar? Antwoord met 'JA' of 'NEE'., Je hebt een aanvaring op het water gehad met zichtbare schade. De boot is niet lek. Wie informeert je, of wat doe je nu volgens het Wetboek van Koophandel?, Mag je met Klein Vaarbewijs I met een vaarbewijsplichtig schip op de volgende wateren varen: Waddenzee, IJsselmeer, Maas, Gelderse IJssel, Westerschelde, Amsterdam-Rijnkanaal?","img":"https://cdn.poll-maker.com/56-2249389/3f740c0f-2245-4420-834d-f5c79016b8ff.png?sz=1200"}
Powered by: Quiz Maker