Test: kun jij grenzen stellen?

Een vriendin is aan het klussen en vraagt om te helpen, maar het komt je absoluut niet uit. Wat doe je?
Je verzet je andere afspraken, zodat je toch tijd hebt om haar te helpen.
Je zegt dat je andere afspraken hebt, maar een andere keer graag komt helpen.
Je gaat niet en verzint een smoes.
Je hebt een vergadering en er is een belangrijk punt dat je wilt aankaarten. Hoe pak je dat aan?
Je wacht tot een goed moment om het in te brengen, soms lukt dat, soms niet.
Je stelt jouw punt tijdens de rondvraag aan de orde.
Direct na de opening geef je bij de voorzitter aan dat jij een belangrijk punt wilt inbrengen.
Hoe vaak denk jij aan het winnen van een grote prijs zodat je niet meer hoeft te werken?
Best vaak, eindelijk rust.
Af en toe, lijkt me heerlijk.
Nooit, ik vind mijn werk veel te leuk en zou daar ook niet mee stoppen als ik zo’n prijs won.
De buren geven een feestje. Om 02.00 is het nog rumoerig en jij wil eindelijk wel eens slapen. Wat doe je?
Je doet je oordoppen in en probeert te slapen, iedereen heeft recht op zijn feestje toch?
Je belt of appt ze met de vraag of het wat stiller kan.
Je gaat naar ze toe en meldt dat het afgelopen moet zijn.
Als je iets heel belangrijks moet doen in teamverband dan:
Kijk je hoe het loopt en probeer je het proces te sturen in de juiste richting.
Doe je er alles aan om je om je doel te bereiken, maar houdt rekening met anderen.
Gaat het zoals jij dat wilt.
Je loopt op straat en een groepje meiden kijken je gniffelend aan. Wat doe je?
Je doet niks, je denkt: die lachen om mij, ik heb vast iets raars aan.
Je lacht vriendelijk terug en denkt, die hebben lol, wat leuk.
Je zegt: “Heb ik iets van jullie aan of zo?”
Een goede vriend zegt voor de derde keer een afspraak af. Hoe reageer je?
Je neemt het voor kennisgeving aan: jammer, maar hij zal wel iets anders belangrijks te doen hebben.
Je zegt tegen hem dat je het jammer vindt en vraagt naar de reden van de afzegging.
Je zegt tegen hem dat je er stevig van baalt en geen zin hebt om een nieuwe afspraak in te plannen.
Ik ervaar regelmatig kleine lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, pijnlijke spieren of moeheid. Deze zouden best te maken kunnen hebben met het feit dat ik over mijn grenzen heen ga. Deze stelling is:
Niet waar, dat heeft niks met elkaar te maken.
Min of meer waar. Het komt zeker in me op, maar vervolgens doe ik er niet zoveel mee.
Helemaal waar. Ik ga er gelijk mee aan de slag en bouw wat rust voor mezelf in.
Een collega vraagt of je een klus kan doen. Eigenlijk heb je het al te druk. Wat zeg je?
“Dat doe ik voor je.”
“Nou vooruit, ik heb het druk, maar ik zal kijken wat ik voor je kan doen.”
“Dat kan ik er nu echt niet bij hebben, je zult iemand anders moeten vragen.”
De mensen in jouw omgeving:
Zijn meer in control dan ik.
Sommigen hebben het beter georganiseerd dan ik, sommigen niet.
Bijna niemand heeft zijn zaakjes zo goed op orde als ik.
{"name":"Test: kun jij grenzen stellen?", "url":"https://www.quiz-maker.com/QF4DXQW","txt":"Een vriendin is aan het klussen en vraagt om te helpen, maar het komt je absoluut niet uit. Wat doe je?, Je hebt een vergadering en er is een belangrijk punt dat je wilt aankaarten. Hoe pak je dat aan?, Hoe vaak denk jij aan het winnen van een grote prijs zodat je niet meer hoeft te werken?","img":"https://www.quiz-maker.com/3012/images/ogquiz.png"}
Powered by: Quiz Maker